De excretieforfaits voor vleesvee, melkveehouders met hoogproductieve koeien, zelfzuivelaars en biologische veebedrijven worden vooralsnog niet gewijzigd.
Excretieforfaits
De excretieforfaits geven de gemiddelde mestproductie in kilogrammen stikstof en fosfaat per dier per jaar weer. In principe worden de excretieforfaits iedere drie jaar geactualiseerd met het doel om ze zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij de realiteit. De laatste actualiseringen hebben plaatsgevonden in 2015 (runderen) en 2016 (pluimvee, varkens, overig). Vorig jaar is er voor gekozen de forfaits niet per 1 januari 2019 te actualiseren, omdat het risico bestond dat dit zou leiden tot een overschrijding van de productieplafonds.
Internetconsultatie
Op de voorgenomen wijzigingen bestond de mogelijkheid te reageren. In totaal zijn 416 reacties binnengekomen op de internetconsultatie. Deze reacties richten zich vooral op de vleesveehouderij, biologisch gehouden dieren, melkveebedrijven met hoogproductieve koeien en zelfzuivelaars. Voor deze groepen zou actualisering van de excretieforfaits, in tegenstelling tot voor de meeste andere bedrijven, leiden tot een hogere forfaitaire excretie. Ten slotte gingen veel reacties over het voornemen om melkkoeien tot 12 maanden nadat voor het laatst is gekalfd in categorie 100 te laten vallen.
Vleesvee
Uit de internetconsultatie bleek dat er te weinig draagvlak aanwezig was vanuit de sector. Komend jaar wil de minister samen met de sector de beschikbare data over de vleesveehouderij verbeteren, om op basis daarvan de excretieforfaits te actualiseren op een manier die beter aansluiten bij de realiteit.
Melkvee
Voor de melkveehouderij gaat men kijken of naast uitstel extra overgangsmaatregelen nodig zijn. Voor zelfzuivelaars wil men op termijn uitgaan van de daadwerkelijk geproduceerde hoeveelheid melk, zoals ook bij de rest van de melkveehouders geldt. Voorlopig blijft de vastgestelde melkproductie van gemiddeld 7.500 kg ongewijzigd.
Biologisch
De biologische sector moet volgens Schouten de tijd krijgen om te anticiperen op de nieuwe, hogere normen. Daarom staat ze biologische veehouders toe te blijven rekenen met de huidige vaste forfaitaire stikstofexcretie. In overleg met de biosector zal de implementatie van de nieuwe rekenwijze voor de stikstofnormen vorm gegeven worden. Omdat de aanpassing van de normen voor biologische geiten en schapen beperkt is, zullen deze wel per 1 januari 2020 aangepast worden.
12-maandentermijn melkkoeien
In de voorgenomen wijziging was opgenomen dat een melkkoe in ieder geval tot 12 maanden nadat zij voor het laatst heeft gekalfd onder diercategorie 100 valt. Schouten is voornemens de voorgestelde 12-maandentermijn voor afgemolken koeien niet door te voeren, om te voorkomen dat er een extra barrière ontstaat om melkkoeien die niet langer geschikt zijn voor de melkproductie optimaal in te zetten voor vleesproductie.
Wijziging melkvee nog onzeker
Het is nog onduidelijk of de nieuwe voorgestelde excretienormen voor melkvee wel per 1 januari ingevoerd gaan worden. Minister Schouten zal de nieuwe excretieforfaits voor melkvee pas doorvoeren als het aantal fosfaatrechten zich onder het sectorplafond bevindt. Naar verwachting is pas aan het eind van het jaar duidelijk of het aantal rechten onder het plafond komt. Dan zal pas duidelijk worden of de nieuwe normen per 2020 in gaan.
Klik hier voor de volledige brief van Minister Schouten aan de tweede kamer.